2022/09/29 geplaatst in Algemeen, Logistiek

Logistiek onderzoek in Zuidas:  ‘Alle schakels in de keten moeten verantwoordelijkheid nemen’

Hoe wordt goederenvervoer in Zuidas emissievrij in 2025? We  zijn in de afgelopen jaren meerdere projecten gestart om dit doel uit de ambitieverklaring waar te maken. Maar voor het verduurzamen van de gehele logistieke keten moeten alle stakeholders meedoen. Afgelopen zomer heeft Fronteer, een Amsterdams strategie en innovatie bureau, samen met Green Business Club Zuidas deze vraag opnieuw onder de loep genomen. Samen met leveranciers, vervoerders en gebruikers in de logistieke keten is er gekeken naar de wensen, obstakels en mogelijkheden.

Co-creatie voor impact|
Fronteer doet veel onderzoek en co-creatie in het stedelijk domein om tot strategische en impactvolle oplossingen te komen. Samen met Green Business Club Zuidas onderzochten zij deze zomer de vraag hoe we het doel ‘zero emissie stadslogistiek in 2025’ kunnen behalen. Waar zitten de obstakels en wie heeft welke rol in dit complexe vraagstuk? ‘Het is echt in co-creatie met Green Business Club Zuidas gegaan, waarbij we veel bestaande kennis deelden en diverse participanten hebben geïnterviewd’, aldus Iskandar Tange, senior strategist bij Fronteer. Deze en andere interviews waren onderdeel van het onderzoek waarbij partijen kennis deelden vanuit hun eigen expertise en positie in de logistieke keten. Canon, Lyreco en CWS vanuit hun positie als leverancier, Deudekom als hublocatie en ISS en Accenture als opdrachtgevers.

Diverse ketens vragen om diverse oplossingen
De logistieke stromen in Zuidas zijn divers: (privé en zakelijke) pakketten facilitaire zaken, horeca, bouw, retail en afvalstromen. Binnen de facilitaire stroom vereisen verschillende typen goederen, zoals printpapier, handdoeken en apparaten een andere aanpak. zijn er ook nog verschillende factoren die bijdragen aan de verscheidenheid. Of het product een retourstroom heeft bijvoorbeeld, hoe het bewaard en vervoerd moet worden en of er een monteur bij de logistieke stroom zit. “Door deze verscheidenheid is een universele aanpak onmogelijk en zal er specifiek gekeken moeten worden naar deeloplossingen en leverprofielen. Hubs zijn niet de holy grail, maar onderdeel van de oplossing.”

Push en pull nodig
Er is een push en pull nodig vanuit de uiteinden van de keten, concluderen de onderzoekers. Op dit moment eisen niet alle ontvangers om uitstoot en emissie gegevens van leveranciers / vervoerders. Doordat een dergelijke voorwaarde niet altijd meegenomen wordt in de beoordeling van leverende partijen tijdens bijvoorbeeld tenders, is er onvoldoende stimulering om het anders te doen. Ook vanuit de leveranciers is de push richting vervoerders niet altijd even sterk om de beweging naar duurzaam transport te realiseren of in samenwerking op zoek te gaan naar oplossingen. “Alhoewel er beweging zit naar slim bundelen, elektrisch vervoer en retourstromen in de keten, lijkt er vanuit beide kanten een sterke roep om gedwongen maatregelen en gezamenlijke exploratie van businesscases, ondersteunende infrastructuur en een duurzaam bestelgedrag.”

Financiële en contractuele hordes
Een terugkerende vraag bij verduurzaming is: wie betaalt de rekening? Zijn het de vervoerders of de ontvangers die de financiële verantwoordelijkheid dragen voor het gebruik van hubs of elektrische voertuigen? Het financiële aspect komt vaak voor duurzaamheid. Om inhoudelijke discussies te voeren moeten partijen de kosten van transport, opslag en overslag inzichtelijk en transparant met elkaar communiceren. “Deze eerste stap is minimaal nodig om vervolgens te onderzoeken waar winst behaald kan worden en wie waar voor betaalt. Voor het gebruik van hubs zijn er contractuele uitdagingen rondom het eigendom en de verantwoordelijkheid van goederen, zien de onderzoekers. Leveranciers en vervoerders zullen hiervoor met (white-label) hubs afspraken moeten maken over aansprakelijkheid.”

Los daarvan is voor enkele leveranciers de schaalgrootte van de Zuidas te beperkt om te leveren via hubs of om het wagenpark te vergroenen. De huidige operatie aanpassing is hiervoor een te grote investering. Een idee is om het postcodegebied te vergroten door de samenwerking met nabijgelegen bedrijven (terreinen) op te zetten. Daarmee gezegd zijn kleine initiatieven en pilots een uitstekende manier om te onderzoeken hoe er impact gemaakt kan worden, voordat oplossingen opgeschaald worden. Vanuit de betrokken partijen vergt dit een investering.

Partijen moeten elkaar meenemen op duurzaamheidsreis
Alle geïnterviewden gaven aan dat meer communicatie tussen partijen in de keten van belang is om vooruitgang teweeg te brengen – en dat hier momenteel een grote winst te behalen valt. Waar sommige partijen voorsorteren op de toekomst, met verplichtingen voor transport vanuit wet- en regelgeving, zien anderen duurzaamheid als kans om zichzelf te onderscheiden – of ontvangers te helpen aan het bereiken van duurzaamheidsdoelstellingen. Een dwingende houding vanuit ontvangers, zoals het verplichten van leveranciers tot het gebruik van hubs, is één van de genoemde oplossingen. Maar ook de zachte kant, die van het gesprek en transparantie in de keten, wordt gezien als een belangrijke oplossing.

Welwillende Zuidas, op naar meer samenwerking in de keten?
De resultaten van het onderzoek worden door Green Business Club Zuidas herkend en het geeft aanleiding om het adagio ‘verminderen, vergroenen, verslimmen’ te gebruiken in gesprekken met de gehele logistieke keten. We hebben iedereen nodig om met een gebiedsgerichte logistieke aanpak de negatieve impact te verkleinen en de positieve impact te vergroten.